De stokroos is een echte Hagenaar!

Wat was het een mooi plaatje: De Haagse straten knalden van de kleur! Maar waar kwamen al die stokrozen vandaan? En hoe zorgen we ervoor dat er volgend jaar nóg meer zijn? Het Haagse Groen vraagt het aan plantenkenner Martina. Zij onthult een aantal stokroosgeheimen...

De stokroos verovert de stad, maar is dat echt zo of vallen de planten gewoon op vanwege hun uitbundige kleuren? “Nee hoor. Het zijn er echt veel. Het is net een stokroosexplosie”, zegt Martina, medewerker van de afdeling groenbeleid van gemeente Den Haag. Door het warme weer van de afgelopen jaren en doordat steeds meer bewoners geveltuinen en boomspiegels aanleggen, verspreidt de stokroos zich heel succesvol over de stad. 

De stokroos heeft niet veel ruimte en onderhoud nodig om te groeien.


“De plant kun je zó van de zaadjes opkweken, maar hij laat ook zelf zijn zaadjes los door de wind. Als de zaaddoosjes afbreken of tegen de muur aanslaan bijvoorbeeld. Omdat de zaadjes zo zich ver verspreiden komt hij vaak spontaan op. Hij heeft niet veel ruimte en onderhoud nodig om te groeien. Een kiertje in de stoep is al voldoende; daarom zie je ‘m vaak op verrassende plekken. Hij overleeft met weinig water. Het is een makkelijke plant met vele goede eigenschappen en prachtige bloemen”, zegt Martina.

Plat op de stoep

Als je door wijken als het Regentesse-, Zeehelden- en Statenkwartier wandelt kun je er niet omheen. Nonchalant leunend tegen een muur op het zuiden laat de stokroos zijn pracht zien. De zwaarte doet hem buigen. Één stevige windvlaag en hij ligt plat op de stoep. De stokroos heeft wel een steuntje in de rug (of een touw aan de muur) nodig. Dat de plant zoveel in juist deze wijken voorkomt, is geen toeval. “De stokroos is een Hagenaar. Hij woont graag op het zand; hij houdt van droge voeten. Op natte, zure grond, zoals veen, is de plant dan ook minder vaak te vinden.”

De stokroos heeft een steuntje in de rug of een touw aan de muur nodig.


Hagenaar of Hagenees, de stokroos is graag gezien. De grote hoeveelheid aan kleuren is volgens Martina een van de redenen waarom hij zo geliefd is. “Door de vele kleuren, zit er voor iedereen iets tussen. Omdat zij zo groot worden, hoef je niet eens te bukken om de bloemen te bewonderen. En ook insecten zijn er dol op. Het is voor hen een belangrijke bloem. Door hun grote open vorm kan zelfs de dikste hommel makkelijk op een stokroos landen. De bloem is dus makkelijk te bevruchten.” 

Door hun grote open vorm kan zelfs de dikste hommel makkelijk op een stokroos landen.

Lange reis achter de rug

De stokroos heeft, vóór hij een Hagenaar werd, een lange reis achter de rug die is terug te voeren naar het Midden-Oosten. “Waarschijnlijk namen handelaars en kruisvaarders hem in de Middeleeuwen mee naar West-Europa. In het gebied van het toenmalige Perzië tot aan Egypte was de stokroos toen al en bekend en geliefd. In het Farsi (Perzisch) is de naam van de stokroos zelfs een vrouwennaam: Khatmi”, vertelt Martina.

In Euraziatische landen worden verschillende plantendelen, vooral de zaadjes en wortels, gebruikt voor medische doeleinden. In Europa ligt de focus meer op de bloem. De gedroogde bloem is onderdeel van verschillende soorten thee. De bloem bevat naar verluidt slijmstoffen die verzachtend en ontstekingsremmend werken op keel en maag. 

Stokroosbloemen in de salade

Ook kun je vrijwel alle delen van de stokroos eten. Zo passen de bloemen (zonder meeldraden en groene delen) goed in kleurrijke salades en kun je jonge bladeren als spinazie, en de wortels als aardappel koken. Kijk wel uit met hoeveelheden: de plant heeft laxerende eigenschappen. Verder is de plant een biologisch kleurmiddel. De diep purperen bloemen worden weleens gebruikt als kleurstoffen voor wijn en likeur, maar ook voor het kleuren van katoen. De stokroos: Minimale inspanning, maximaal genot.
 

De diep purperen bloemen worden weleens gebruikt als kleurstof.


Wist je dat…

een bloem opgekweekt uit zaad niet altijd dezelfde kleur heeft als de moederplant?
De kleur van de bloem is afhankelijk van welke stokrozen met elkaar verkering hadden oftewel bestuift zijn. Bijvoorbeeld: Als een bij op een rode bloem is geweest en daarna naar een witte bloem vliegt, komt uit het zaad van de witte bloem mogelijk een roze bloem. Wanneer de mens eraan te pas komt, worden er doelbewust kleuren gecreëerd. 

In het tweede jaar laat de stokroos pas zijn schoonheid zien.

De stokroos een tweejarige plant is? 
Hij krijgt in het eerste jaar alleen bladeren. In het tweede jaar laat hij pas zijn schoonheid zien. En alleen als hij het écht leuk vindt, gaat hij nog langer mee.

De stokroos een grote familie heeft? 
Net als de cacaoboom en de Hollandse linde behoort de stokroos tot de ‘kaasjeskruidfamilie’. De naam heeft niets met de geur van oude kaas te maken. De zaadjes van de stokroos zitten in een kring in een rond zaaddoosje. En zo’n doosje doet, hoe kan het als Nederlander ook anders, ons denken aan een kaaswiel. 

Je heel eenvoudig nog meer stokrozen kunt maken?
Verzamel de ‘kaaswieltjes’ met zaadjes zodra zij helemaal bruin en droog zijn (augustus tot oktober).  Als je voor het verrassingseffect gaat, kun je de zaadjes gewoon ergens strooien en kijken welke opkomen. Als je het zekere voor het onzekere wilt nemen kun je de zaadjes ook in een kas of op een vensterbank laten ontkiemen. Dit kan zowel in het voor- als najaar. In het najaar ontkiemde planten overwinteren het beste op een vorstvrije lichte plek. En vergeet niet: de stokroos houdt niet van natte voeten!

Tekst en Beeld: Merijn van Grieken

De zaadjes van de stokroos zitten in een kring in een rond zaaddoosje
Net als de cacaoboom en de Hollandse linde behoort de stokroos tot de ‘kaasjeskruidfamilie’.

 

 

Nieuwsbrief

Via de nieuwsbrief blijf je op de hoogte van al het nieuws rondom het Haagse Groen.

Aanmelden

 

 
Cookie-instellingen