Dag- en nachtvlinders
Er zijn ongeveer 50 soorten dagvlinders in Nederland en maar liefst 2300 soorten nachtvlinders! Veel van deze nachtvlinders zijn piepklein. Ruim 800 soorten behoren tot de grotere nachtvlinders. Dagvlinders kunnen in rust hun vleugels dichtklappen zodat je tegen de onderkant van hun vleugels aankijkt. Vaak is dat maar een saai gezicht. Wanneer ze hun vleugels openklappen zie je ineens hun fraaie kleuren verschijnen. Nachtvlinders leggen in rust de vleugels plat bovenop hun lichaam zodat je altijd tegen de bovenkant van hun vleugels aankijkt. Er zijn zeker nachtvlinders met fraaie kleuren, maar veel nachtvlinders zien er wat saai uit. De meeste nachtvlinders vliegen ’s nachts, maar er zijn ook zo’n 100 soorten nachtvlinders die overdag actief zijn. Volg je het nog?

Uilen
Een grote groep nachtvlinders rekenen we tot de familie van de uilen. Dit zijn middelgrote nachtvlinders die in rust hun vleugels plat boven hun lichaam vouwen en wel wat weg hebben van een rustende uil. Het schijnt overigens dat de uitdrukking “Even een uitje knappen” betekent “Even een vlinder gaan vangen”. Een soort vreemd excuus om je even terug te trekken uit het gezelschap waar je bij hoort om wat anders te gaan doen dan dat je vertelt. Net zoiets als “Even je neus poederen” of “Je handen gaan wassen”.

Gamma-uil kan 90 km/uur vliegen!
Een van de meest voorkomende nachtvlinders in Nederland is de gamma-uil. Het is dus geen radioactieve vogel zoals de naam doet vermoeden, maar een vlinder met een geelwit gammateken (γ) op de bovenvleugels. Anderen zien er wat gevaarlijkers in en geven de gamma-uil de bijnaam ‘pistooltje’. De gamma-uil is ondanks zijn saaie voorkomen een bijzondere vlinder. De vlinders die je hier in de lente ziet rondvliegen zijn namelijk geboren in Zuid-Europa. Ze trekken in de lente naar onze streken om hier eitjes te leggen en gaan daarna dood. De gehele cyclus van ei tot vlinder duurt ongeveer 56 dagen. In Nederland zijn er in de zomer twee tot drie generaties gamma-uilen aanwezig. De nachtvlinders die hier volwassen zijn geworden, vliegen in het najaar weer naar Zuid-Europa om daar de basis te leggen voor een nieuwe generatie gamma-uilen. Ondanks hun kleine en wat onbeholpen voorkomen zijn het toch slimme rakkers. Ze maken tijdens de trek actief gebruik van de wind door de juiste hoogte te kiezen en kunnen wel snelheden van 90 km/uur bereiken. Dat is sneller dan menige gevederde uil!

Lees ook:
Martin's blog: McFlurry egel
Martin's blog: Brengers van vrede
Martin's blog: Levende tuinen