Makkelijk herkenbaar
Sommige vlinders zijn heel makkelijk te herkennen. Zo heeft de dagpauwoog twee grote pauwenogen op zijn vleugels en is de citroenvlinder zo geel als een… Juist! Als een hele zure citrusvrucht waarvan een schijfje een extra twist geeft aan je glas met witbier op koningsdag.
Het oranje tipje is ook onmiskenbaar. De mannetjes tenminste. Op hun vleugeltippen hebben ze oranje vlekken en zijn ze met geen andere vlinder te verwarren. Alhoewel het oranje tipje een in Nederland algemene vlinder is, zag ik mijn eerste oranje tipjes in Frankrijk, vrolijk fladderend rond kleine kabbelende beekjes. En op de een of andere manier zie ik ze de afgelopen jaren elk jaar meer en meer en op verschillende plekken.
Kleine druktemakers
De mannetjes verschijnen wat eerder in het jaar dan de vrouwtjes, zo rond eind april. Ze patrouilleren langs herkenbare structuren in het landschap, zoals een ruige berm, rietkraag of bosrand en achtervolgen alles wat wit is en maar een beetje lijkt op een vlinder. Ze maken de vrouwtjes het hof door wild om de dames heen te fladderen.
Toch zijn zij niet snel gek te krijgen: zo paren ze slecht eenmaal. Voordat tot paring wordt overgegaan fladderen ze eerst samen een soort olijke bruiloftsdans die een minuut kan duren. De paring vindt ergens in de vegetatie plaats. Vrouwtjes die niet willen paren laten dat duidelijk merken. Ze gaan ergens zitten en steken hun achterlijf omhoog. Een duidelijk signaal dat de mannetjes goed begrijpen.
Twee waardplanten
Vlinders hebben vaak specifieke planten waarop ze hun eitjes afzetten. De rupsen eten alleen van deze planten, die we waardplanten noemen. Het oranje tipje heeft er twee: de pinksterbloem en het look-zonder-look. Soms worden eitjes ook afgezet op ander kruisbloemige plantensoorten. Het afzetten van de eitjes is een secuur proces. Elke waardplant krijgt maar een eitje toebedeeld. Dit omdat er anders voor de rups onvoldoende eten is.
Niet voor niets dragen de eitjes een luchtje met zich mee die andere oranje tip dames er van weerhoud een tweede eitje op de plant af te zetten. Mochten er toch twee rupsen op een plant voorkomen dan is de kans groot dat een van twee in de maag van de ander beland. Tegen het einde van juni heeft het rupsje zich voldoende rond gegeten gaat zich verpoppen. Om zo rond koningsdag het jaar erop weer in feestelijk oranje te verschijnen.
Martin is stadsecoloog van gemeente Den Haag. Voor het Haagse Groen neemt hij je elke maand mee op pad, de stadsnatuur in. Meer blogs lezen van Martin? Dat kan op de pagina Op pad met Martin.
Foto Martin: Merijn van Grieken
(Foto: Pixabay)
Lees ook:
Martin's blog: McFlurry egel
Martin's blog: Brengers van vrede
Martin's blog: Levende tuinen
Nieuwsbrief
Niets meer missen van onze verhalen over het Haagse Groen en de stadsnatuur? Meld je aan voor onze nieuwsbrief.
Aanmelden