Ik moet glimlachen. Altijd weer krijgt de kardinaalsmuts het voor elkaar om de sombere eindejaarsdagen op te fleuren. Vanwege zijn mooie rode besjes, die zijn vernoemd naar de hoofdtooien van de hoogste geestelijken uit de Rooms Katholieke kerk. In weerwil van zijn voorname naam is het in de praktijk vaak maar een onooglijk struikje. Onopvallend zoekt het vaak steun bij andere bomen en struiken. Je gaat ze pas echt zien wanneer de bomen hun bladeren hebben verloren en de struiken, meestal bescheiden maar soms ook vol trots, hun rode besjes tonen.
Plantsoengeestelijken
De mooie rode besjes zijn, net als alle andere delen van deze plantsoengeestelijken, giftig voor mensen. Vogels hebben er geen last van. Die snoepen graag van de vlezige zaden. Het hout van de kardinaalsmuts is heel slijtvast en werd in vroeger tijden gebruikt voor het vervaardigen van spoelen voor het spinnen van textiel. Ze heten in het Engels dan ook niet voor niets spindle trees. Deze naam is tegelijkertijd een mooie knipoog naar de kardinaalsmutsspinselmot die ze af en toe inpakt met een fijnmazig gesponnen deken.
Het jammerlijke van de kardinaalsmuts is dat we hem in Nederland zelden de kans geven om tot volledige wasdom te komen. Kardinaalsmutsen leiden een teruggetrokken bestaan in plantsoenen, houtwallen en bossen. Af en toe hebben een paar kardinaalsmutsen het geluk om volwassen te mogen worden. Ga maar eens kijken op de puinduinen in Loosduinen. Daar staan imposante exemplaren die tegen de 50 jaar lopen en met respect en eerbied behandeld moet worden.
Eerbied voor oude takken
Het kardinale punt is dat we als mensen weinig eerbied voor struiken hebben. Bomen vinden we imposant. Ze kunnen heel oud worden en hebben soms iets spiritueels over zich. Aan het einde van het jaar kleden we ze aan met kleine lampjes en gaan er omheen zitten. Struiken nemen we niet serieus. We knippen ze af wanneer het ons uitkomt, halen ze weg voor meer doorzicht en als we ze niet mooi meer vinden planten we nieuwe.
Toch verdienen ook struiken wat meer eerbied. Hoe indrukwekkend is het door een oud vlierstruweel te lopen, te bedenken dat sommige meidoornhagen wel meer dan 100 jaar oud kunnen zijn? En om je te realiseren dat als we struiken maar met rust laten ze geregeld ouder worden dan mensen?
Martin is stadsecoloog van gemeente Den Haag. Voor het Haagse Groen neemt hij je elke maand mee op pad, de stadsnatuur in. Meer blogs lezen van Martin? Dat kan op de pagina Op pad met Martin.
Nieuwsbrief
Niets meer missen van de verhalen op het Haagse Groen? Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief.
Aanmelden