Als je door een van onze bossen en parken wandelt, heb je het vast wel eens gehoord: een gekwetter van jewelste. Of gezien: achter een hek of sloot ligt een gebiedje waar je niet kunt komen. Dit zijn de koninkrijkjes van onze vogels. Het zijn onmisbare kraamkamers in het broedseizoen noodzakelijke logeerplekken in het najaar voor wintergasten als houtsnip uit Scandinavië of voor doortrekkers als de koperwiek en de kramsvogel. Zij vliegen via ons land van het hoge noorden naar het warme zuiden.
Vogelrustgebieden
Den Haag heeft veertien vogelrustgebieden waarvan negen in beheer van de Vogelbescherming. Er is er een in Rijswijk. Voor mensen te herkennen aan een bordje ‘Dit is een vogelrustgebied’, voor vogels te herkennen aan de rust en de dichte begroeiing. Een gevarieerd aanbod van bloeiende planten en besdragende struiken zorgt ervoor dat vogels er het hele jaar voedsel kunnen vinden. Ook hangen er diverse nestkastjes waar ze in alle rust kunnen schuilen en broeden.
Gemeente Den Haag wil het areaal aan vogelrustgebieden in de stad verder uitbreiden, zo staat in de nota Stadsnatuur. “We hebben niet alleen aandacht voor deze zeldzame parels van rust, maar proberen ook het natuurinclusief bouwen te stimuleren, houden met ons maaibeheer rekening met insecten - voedsel voor vogels - en brengen het belang van groene achtertuinen zo goed mogelijk onder de aandacht”, zegt stadsecoloog Martin van den Hoorn.
Vogels zijn een goede graadmeter voor de kwaliteit van de leefomgeving. “Gaat het goed met de vogels, dan gaat het goed met het groen en dus met de stad. Mensen die in een groene omgeving wonen, voelen zich niet alleen gezonder, maar zijn dat ook daadwerkelijk, zo blijkt uit onderzoek. Aangezien 95% van de Nederlanders in de bebouwde kom woont, is er reden genoeg om goed te zorgen voor de vogels en het groen in de stad”, aldus de Vogelbescherming.
Vijftig vogelwachters
Onder aanvoering van Boudewijn Schreiner, coördinator van de commissie veldwerk van de Haagse Vogelbescherming, tellen jaarlijks zo’n vijftig vrijwilligers verschillende soorten vogels. Nog niet zo lang geleden rondden de vogelwachters hun telling af. Daaruit blijkt dat zowel de soortenrijkdom als de aantallen vogels weer zijn afgenomen. “Het is helaas een landelijke trend die we zien”, zegt Boudewijn.
Als jongen van veertien begon hij met het tellen van vogels. “Ik ben nu zeventig jaar en tel er elk jaar weer minder. En dat is niet alleen omdat ik door een slechter gehoor soms de hoge tonen niet meer hoor… Omdat insectensoorten schrikbarend afnemen, hebben de zomervogels die daar voor hun voeding afhankelijk van zijn het zwaar. Graspieper, veldleeuwerik, fitis en tapuit lijden daaronder: ze krijgen te weinig voeding en krijgen minder nakomelingen.”
Soorten die het goed en slecht doen
Soorten die het in onze stad slechter doen dan de landelijke cijfers in stedelijk gebied zijn: grauwe gans, kokmeeuw, Turkse tortel, boerenzwaluw, huiszwaluw, witte kwikstaart, zwarte roodstaart, spreeuw, huismus, vink, en groenling.
Soorten die het goed doen in de Haagse regio ten opzichte van de landelijke stedelijke cijfers zijn: blauwe reiger, ooievaar, knobbelzwaan, Canadese gans, nijlgans, waterhoen, kleine mantelmeeuw, zilvermeeuw, stadsduif, halsbandparkiet, nachtegaal en staartmees. “De soorten die het goed doen zijn overlevers en minder kieskeurig qua voedsel. Het zijn ook soorten die er vroeger bijna niet waren, zoals een aantal exoten”, zegt Boudewijn.
Heerlijk op een kluitje
Vogelwachters zien bij hun telling een duidelijk verschil tussen een vogelrustgebied en de rest van de stad. Bij de telling in een vogelrustgebied blijkt ieder jaar dat de territoriumdichtheid vele malen hoger ligt dat in het omliggende groengebied. “Daarmee bedoelen we dat we er meer vogels tellen. De vogels zitten heerlijk op een kluitje en hebben het er prettig omdat het gebied veilig is”, zegt Boudewijn. “De vogelkoninkrijkjes zijn essentieel voor het behoud van onze vogels. Wat we nu tellen aan vogels, moeten we zien te behouden.”
Als bewoners kun je ook helpen de vogelstand op peil te houden. Maak bijvoorbeeld je tuin of balkon vogelvriendelijk. Kijk daarvoor naar de tips die we hieronder geven.
Help de vogels
Vogels helpen is vrij simpel. Vogels zoeken drie dingen, de drie V’s: Voedsel, Veiligheid en Voortplanting. Vogelbescherming Nederland geeft een aantal tips voor een vogelvriendelijk balkon of tuin.
Maak een vogelvriendelijk balkon
· Hang een mooie waterschaal op (of schroef er een op de reling).
· Zet potten neer of als je meer plaats hebt een moestuinbak met bloemen of kruiden.
· Zet een klein formaat framboos of bessenstruik in een grote pot.
· Laat een klimplant groeien langs de afscheiding met de buren.
· Hang in de schaduw een nestkast op voor pimpel- of koolmees. Of een 3-in-1 huismussen nestkast onder de dakrand.
· Hang een voersilo op of een raamsilo.
Tips voor de kleine tot middelgrote (stads)tuin
· Zet een platte waterschaal neer of maak een minivijver waar vogels drinken en badderen.
· Zaai op een zonnig plekje een strookje of lapje gras.
· Poot bloeiende planten langs het tuinpad, het gras of de schuur of in potten op het terras.
· Plant een bessenstruik of appelboompje.
· Plaats geen schutting, maar een haag.
· Haal tegels weg waar ze niet nodig zijn een maak een stapelmuurtje langs een border.
· Laat een stuk kale muur of schutting begroeien met een klimplant.
· Maak een voerplek, zoals een silo, voerplank of -huisje.
· Is er een (plat) dak? Leg er sedum op (dat zijn kleine, bloeiende vetplantjes) dat isoleert ook nog.
Nieuwsbrief
Via de nieuwsbrief blijf je op de hoogte van al het nieuws rondom het Haagse Groen.
Aanmelden