Overal zijn wezentjes die twee tot drie weken geleden nog niet eens bestonden aan het vechten voor hun leven. Om, als ze het al overleven, aan een leven vol gevaren en onzekerheid te beginnen.
Kleurloos geel
Iedereen die wel eens een ei heeft gebakken weet het wel. Een ei is niets anders dan een geel bolletje dat drijft in een kleurloze drab en is omhult met een beetje kalk. Wanneer zo’n ei, afhankelijk van de vogelsoort, twee tot drie weken bij de juiste temperatuur heeft gelegen en dagelijks twee maal is gekeerd, is het veranderd in een levend wezen. Een vogeltje met een kop, snavel, pootjes en dons. Bij sommige soorten, zoals eenden, zwanen en fazanten kan het jonge vogeltje al direct lopen en zelfstandig eten. De ouders blijven nog wel meerdere maanden voor ze zorgen. Bij andere soorten, zoals allerlei zangvogels, worden de jongen een paar weken in het nest gevoerd en zijn ze daarna zelfstandig.
Liefde leidt je tot het eind…
Voordat vogels een nest maken gaat er heel wat aan vooraf en dit verschilt sterk per vogelsoort. Over het algemeen nemen mannetjes een territorium in, wat ze met luide zang en een paar stevige knokpartijen verdedigen. De dames wordt meestal het hof gemaakt met een leuk dansje en een serenade wat uiteindelijk resulteert in nestje met eitjes. Ma vogel broedt de eitjes uit terwijl Pa het territorium verdedigt. Het is niet ongebruikelijk dat, wanneer Pa vogel druk bezig is de grenzen van zijn territorium te bewaken, Ma het nog even stiekem aanlegt met een andere leuke knul om zich er zo van te verzekeren dat ze haar genen mixt met die van meer dan één mannetje. Zo is de kans op een gezond nageslacht groter. Pa op zijn beurt heeft, wanneer het territorium het toelaat, soms meer dan één vrouwtje onder zijn hoede. Wat niet weet, wat niet deert….
Niet langer in geborgenheid verborgen...
Een volgroeid jong vogeltje in een ei is helemaal niet bezig met wie nu wel of niet zijn ouders zijn en al helemaal niet met wat hem te wachten staat. Hij moet het ei uitkomen en dat is een bijna onmogelijke opgave. Een onvolgroeid jong haalt met zijn bloedvaten zuurstof door de eierschaal heen. Kijk maar eens met een vergrootglas naar een ei. Dan zie je de poriën waardoor de zuurstof naar binnen gaat. Een volgroeid jong kan dat niet meer en begint daarom met het doorprikken van de luchtkamer binnen in het ei. De luchtkamer zit aan de bolle kant van een ei en is met een dun vliesje gescheiden van de rest van het ei. Bij een net gelegd ei is de luchtkamer nog heel klein, maar gedurende het broeden wordt deze groter en kan wel 1/3 van de ruimte binnen in het ei innemen. Zodra de luchtkamer is doorgeprikt kan het jong voor het eerst ademen met zijn longen. Ook heeft hij nu meer bewegingsvrijheid en kan zich wat draaien in het ei. En dan begint de grote klus. Op zijn snavel bevindt zich een soort hamertje (de eitand) waarmee het jong de schaal van het ei kan doortikken. Bij het eerste gaatje kan het eindelijk frisse lucht in zijn longen zuigen om zo met hernieuwde moed verder te gaan. Uren achter elkaar is het jong bezig met hameren en hameren om dan uiteindelijk uit de schaal te breken en hoog in een boom voor het eerst het daglicht te aanschouwen.
De tijd van onbezorgdheid is voorbij...
Niet alle jongen redden het, diverse jonkies zijn te zwak en sterven in het ei of tijdens het uitkomen. Degenen die het wel redden staat de lange weg naar morgen te wachten. Een weg vol gevaar, ziektes, honger, overvloed, grote reizen en wellicht ooit een morgen met een eigen nest met eitjes…
Blog van de stadsecoloog
Martin is stadsecoloog bij gemeente Den Haag. Via deze blog vertelt Martin maandelijks wat er speelt in de Haagse stadsnatuur. Ontdek de wondere wereld van het Haagse groen! Wil je meer blogs van Martin lezen? Kijk dan eens in onze rubriek Op pad met Martin.
Nieuwsbrief
Via de nieuwsbrief blijf je op de hoogte van al het nieuws rondom het Haagse Groen.
Aanmelden