Japanse Duizendknoop te lijf met biologisch experiment

05-11-2020

We houden van groen, maar de Japanse Duizendknoop zijn we liever kwijt dan rijk. De plant is een snelle groeier, kan betonconstructies aantasten en is bijna onuitroeibaar. Daarom zoekt men naar manieren om hem te bestrijden. Ook in onze stad. “Als dit experiment lukt, is dat revolutionair."

De Japanse Duizendknoop komt oorspronkelijk, hoe kan het ook anders, uit Japan, maar groeit inmiddels overal. En op elke grond. Of deze nu droog, nat, voedselrijk of voedselarm is. Of dat de grond uit veen, zand of klei bestaat… de uitheemse plant is niet zo kieskeurig.

En de Japanse Duizendpoot verspreid zich heel gemakkelijk. Dankzij de enorme groeikracht van de wortelstokken groeit hij explosief: Eén gram van een wortel of stengel kan al uitgroeien tot een nieuwe Japanse Duizendknoop.

De Japanse Duizendknoop is een echte woekerplant.


Ook in Den Haag komt de plant veelvuldig voor. Onze stad telt ongeveer 180 plekken waarvan bekend is dat de Japanse Duizendknoop groeit. En er zullen ongetwijfeld meer plekken zijn  waar deze woekerplant voor komt. 

Geen methode is doorslaggevend

Wereldwijd proberen deskundigen de Japanse Duizendknoop te bestrijden omdat hij andere planten verdringt. “Er is al heel veel getest en geprobeerd. Van het gebruik van heet water tot het elektrocuteren van de plant. Geen enkele methode bleek doorslaggevend”, zegt Pim Smit, specialist en bodemkundige van het ingenieursbureau van de gemeente.

Het experiment maakt gebruik van de kracht van de natuur. 


Pim weet als geen ander dat het bestrijden van de Japanse Duizendknoop niet gemakkelijk is. Toch durft hij een nieuw experiment aan om de Japanse plant te bestrijden. Medio september begon hij bij de 600 m2 bij de geluidswal bij Ypenburg langs de A4 met een test waarbij hij op een slimme manier gebruik maakt van de kracht van de natuur. 

Biologisch proces bij het Vlinderlint

“Bij het Vlinderlint maken we gebruik van een biologisch proces: ‘bodemreset’ genaamd. Eigenlijk is het niets anders dan een fermentatieproces in verschillende fasen”, zegt Pim. In de eerste fase wordt het bovengrondse deel van de duizendknoop afgeknipt. Daarna worden de wortels tot 35 centimeter in de grond kapot gehakseld. 

“Daar strooien we een natuurlijk eiwitrijk mengsel, gemaakt van restproduct van diverse granen, overheen en spitten dat goed door. De locatie dekken we af met gasdicht folie, worteldoek en een dunlaagje schone aarde. En dan kan het biologische proces beginnen”, legt Pim uit. 

Bacteriën doen het bestrijdingswerk

De bacteriën die van nature in de bodem aanwezig zijn, eten het mengsel op. Doordat het zuurstof in enkele dagen wordt verbruikt, ontstaan onder de folie in de bodem nieuwe bacteriën die geen zuurstof nodig hebben om te leven. Zij voeren het echte bestrijdingswerk uit. 

“De bacteriën eten als het ware de glucose en zuurstofatomen op, die in de kapot gefreesde wortels zitten. Hierdoor kunnen de wortels niet meer opnieuw groeien. Als we het folie en de worteldoek er na een paar maanden weer afhalen, zouden we zware ‘verkoolde’ wortels moeten zien. Dan is de plant gestorven”, zegt Pim.

Als het werkt, is het revolutionair

De test duurt tot begin volgend jaar. Dan wordt de folie verwijderd. Tussentijds monitort Pim en zijn ploeg de voortgang en bestudeert hij de resultaten. “Als het bodemresetten werkt, is het revolutionair! Het zou betekenen dat deze methode de Japanse Duizendknoop binnen een paar maanden laat afsterven. Anders is het jaren werk om de duizendknoop aan te pakken. Bovendien is de methode is qua kosten heel aantrekkelijk.”

Zijn er dan geen nadelen? Natuurlijk wel, beaamt Pim. “Een nadeel is dat er geen bomen of obstakels in de weg mogen zitten. Daarom zou deze methode niet op alle plekken in Den Haag werken. Maar als de test slaagt zijn er meer dan voldoende locaties waar we de Japanse Duizendknoop eindelijk voorgoed te grazen kunnen nemen.”

 

Nieuwsbrief

Via de nieuwsbrief blijf je op de hoogte van al het nieuws rondom het Haagse Groen.

Aanmelden

 

 
Cookie-instellingen