De Schotse Hooglanders en de andere grote grazers die in onze natuurgebieden te vinden zijn, zijn allemaal dieren van een gespecialiseerd bedrijf in natuuronderhoud: Ekogrön.
Wij spraken met eigenaar Rens de Boer.
Familiebedrijf
“Mijn vader is dit bedrijf begonnen. Hij was altijd beheerder bij Natuurmonumenten en was betrokken bij de Shetlander begrazing in Kennemerland. Dit was één van de eerste projecten met natuurlijke begrazing in Nederland. Er kwam steeds meer vraag naar natuurlijke begrazing en expertise op dit gebied. Mijn vader en moeder besloten in 1995 om voor zich zelf te beginnen. In 2000 ben ik er bij gekomen. Inmiddels zijn we aardig gegroeid en beheren we ongeveer 4500 hectare natuur verdeeld over ruim 30 gebieden met graasdieren in Noord -en Zuid-Holland. Mijn ouders zijn inmiddels met pensioen. Ik run het bedrijf nu samen met mijn vrouw en een vaste medewerker. En gelukkig heb ik ook een goed netwerk van ZZP-ers en vrijwilligers om me heen.”
Haagse kudde
“We hebben een aantal vaste klanten waaronder ook de gemeente Den Haag. Het begon in 2009 met een project in Wapendal. Daar wilde de gemeente een stuk van het onderhoud met natuurlijke begrazing aanpakken. We zijn begonnen met pony’s. Dat was zo goed bevallen dat de gemeente in meer gebieden met grote grazers wilde werken. Inmiddels heeft Den Haag een hele eigen kudde: 6 pony’s voor winterbegrazing in Wapendal, in de zomer staan ze in het Westduinpark, 8 schapen voor natuurgebied De Uithof en 12 Schotse Hooglanders voor de Uithof en het Westduinpark. Samen beheren ze ongeveer 140 hectare van de Haagse natuur.”
Verschillende habitatjes
“Ondanks dat wij van origine uit de natuurbeheer hoek komen zijn wij in principe een boerenbedrijf. Wij moeten voldoen aan vrijwel dezelfde wetgeving. Omdat wij geen ander productiedoel hebben dan het onderhouden van natuur kunnen we ervoor kiezen om dit op zo’n natuurlijk mogelijke manier te doen. Door het houden van grote grazers in een natuurgebieden voorkom je dat het gebied dichtgroeit. Maar het zorgt ook voor meer biodiversiteit; de dieren eten hier wat, daar gaan ze wat drinken, daar lopen ze een paadje plat en op weer een ander plekje poepen ze. Je krijgt eigenlijk allemaal verschillende 'habitatjes’ in je terrein met ieder hun eigen kenmerken en dier- en insectensoorten.”
Moeders en dochters
In de drukke Randstad heb je dieren nodig die van nature rustig zijn, en die ook makkelijk in onderhoud zijn. Ze moeten zich zelf kunnen redden in een gebied, net als in de ‘echte natuur’. Met name de Schotse Hooglanders zijn geschikt voor gebieden waar veel mensen komen. We zijn in 2012 begonnen met 4 hooglanders en tijdelijk een grote stier in het Westduinpark. Deze hebben ook kalfjes gekregen. De vrouwelijke dieren zijn in Den Haag gebleven, de mannelijke dieren zijn in andere natuurgebieden geplaatst. Dit om te voorkomen dat de jonge stiertjes hun moeder of tante bevruchten. Ook is in het Westduinpark de recreatiedruk zo groot dat we besloten hebben niet meer verder te laten groeien. We hebben nu een mooie kudde van moeders en dochters met een natuurlijke leeftijdsopbouw. In de zomer, als het echt heel druk wordt in het Westduinpark gaan een aantal hooglanders naar natuurgebied de Uithof. Het mooie is dat de kudde zich als een familie gedraagt. Als je ze verplaatst, blijven ze bij elkaar. Dat geeft rust in de kuddes, de rangorde is bepaald en dat is in drukke gebieden als het Westduinpark een groot voordeel.”
Mens en dier
De meeste mensen reageren verrast en positief op de loslopende dieren in de natuurgebieden. Het is altijd leuk om een echt stukje natuur midden in de stad te zien. Maar mens en dier moeten elkaar niet in de weg zitten. Rens raadt iedereen aan om volop van de dieren te genieten, maar doe het wel met respect.” Deze dieren horen bij het gebied. Ze leren zo’n gebied helemaal kennen. Ook de mensen die erbij horen. Doordat ze mensen gewend zijn, kan het zijn dat ze niet zomaar voor je aan de kant gaan. Dat wil niet zeggen dat je je kind dan even op zijn rug moet zetten of even tegen zijn flank aan kan leunen voor een selfie. Als je te ver gaat, zeggen ze ook tot hier en niet verder en kunnen ze met hun kop gaan slaan. Die kans is minimaal, maar het blijven dieren, dus voorzichtigheid staat altijd voorop”
Laat weten dat je er bent
"Ons advies voor de omgang met de grote grazers in alle gebieden, is: houd 25 meter afstand, zeker met een hond, en laat weten dat je er bent. Bijvoorbeeld door tegen ze te praten. Mochten ze op je pad liggen en je durft er niet langs, loop er dan in een grote boog omheen of kies een andere route. En heel belangrijk; geef de dieren nooit eten. Ze hebben eten zat en mocht dat onverhoopt niet zo zijn voeren wij bij met hooi uit natuurgebieden of verplaatsen we dieren naar andere gebieden. Eten wat niet in het gebied voorkomt is niet goed voor hun spijsvertering. Ook gaan ze dan opdringerig worden en dat kan niet in gebieden met zoveel recreanten. Dieren met dit gedrag moeten we dan uit het gebied halen en dat is voor niemand goed, wij kunnen ze dan namelijk niet meer herplaatsen. Inmiddels is iedereen toch een beetje gehecht geraakt aan de dieren. Er is zelfs een mevrouw die de paarden van Wapendal op hun zomeradresje komt opzoeken. En de bewoners van Duindorp willen de hooglanders ook voor geen goud meer missen.”
Meer weten?
Wil je meer weten over natuurlijke begrazing? Kijk dan eens op de website van Ekogrön, www.ekogron.nl.
Meer informatie over onze natuurgebieden vind je op www.denhaag.nl/groen.
Via een speciale facebookpagina kun je het wel en wee van de Schotse Hooglanders in het Westduinpark volgen.