En dat tellen is niet alleen leuk, maar ook echt nodig. Het gaat slecht met de vlinders, bijen en andere insecten in Nederland, terwijl ze zo belangrijk zijn voor de natuur. Daarom roept De Vlinderstichting, initiatiefnemer van de jaarlijkse Tuinvlindertelling, iedereen op om mee te doen.
Hoe meer mensen meedoen, hoe beter het beeld van de toestand van de natuur in stad en dorp. Die informatie is belangrijk, want dagvlinders reageren snel op het milieu en op klimaatverandering. De Vlinderstichting verzamelt al jarenlang gegevens over vlinders, zodat ze nog beter beschermd kunnen worden.
In Nederland komen ruim 2.000 soorten vlinders voor. De stichting zou het liefst ‘de natuur vol vlinders en libellen zien’. Iedereen kan iets doen, alle beetjes helpen. Zo kun je ervoor zorgen dat vlinders in jouw omgeving een plekje hebben om te leven.
Tips voor een vlindertuin
Maak je tuin, balkon of terras vlinder- en libellenvriendelijk. Vlinders leven van nectar, een zoete stof die in bloemen zit. In nectar zitten suiker en kleine hoeveelheden eiwitten en vitamines. Vooral de vrouwtjes hebben dit nodig om eitjes aan te maken.
Zet vlinderplanten neer die lang bloeien en veel nectar geven, zoals winterhei, wilde hyacint, judaspenning en pinksterbloem. Vergeet ook de rupsen niet; zonder rupsen geen vlinders. Rupsen zijn heel kieskeurig: ze lusten vaak maar enkele soorten planten, zogenoemde waardplanten. De lijst waardplanten zie je hier.
Gebruik verder nooit gif in je tuin. Dat doodt alle insecten en verstoort de natuurlijke balans. En zorg voor een veilige plek in de winter. Ruim dus niet alles op, maar geef rupsen en poppen een plek om te schuilen. Hier kun je nog meer tuinier-tips vinden.
Hoe gaat de telling in zijn werk?
Op de website van De Vlinderstichting kun je een herkenningskaart downloaden. Kies een zonnig moment, want dan laten de meeste vlinders zich zien. Loop een rondje door de tuin en noteer gedurende vijftien minuten alle vlinders die je ziet. Maar tel deze waarnemingen niet bij elkaar op, want dan kan het zijn dat je vlinders twee keer telt. Geef dus alleen het hoogste aantal door van een soort die je tegelijk hebt gezien. Voorbeeld: je ziet eerst drie dagpauwogen tegelijk. Tien minuten later zijn er weer twee dagpauwogen. Dan geef je door: drie dagpauwogen. Zie je later op de dag of een van de andere teldagen weer vlinders? Dan kun je die doorgeven via een nieuwe telling. Lees hier alle informatie over de Tuinvlindertelling.
Lees ook:
Meer groen, vogels en vlinders in je tuin? Zo doe je dat!
Martin's blog: Griekse godinnen
Martin's blog: Overmoedig fladderende blauwe Hagenees
Martin's blog: Oranje boven!
Nieuwsbrief
Niets meer missen van onze verhalen over het Haagse Groen en de stadsnatuur? Meld je aan voor onze nieuwsbrief.
Aanmelden